Gedrag als reactie op inwendige en uitwendige factoren
Uitwendige motivatie
1) Feromonen
Zoals je al weet, scheiden heel wat dieren chemische stoffen af die het gedrag van soortgenoten beïnvloeden. Tal van feromonen kunnen de rangorde of de taak van een individu in een sociale groep beïnvloeden.
Denk maar aan de koninginnenstof van eenbijen- of termietenkoningin, die de lichamelijke ontwikkeling en activiteiten van de andere leden van de staat bepaalt. Dit feromoon motiveert sociaal gedrag zoals broedzorg door de werksters.
Een mottenmannetje kan niet weerstaan aan de feromonen van een vrouwtje. Zelfs als is het meer dan een kilometer ver van hem verwijderd, hij staakt als zijn activiteiten om haar op te zoeken. Dit feromoon motiveert voortplantingsgedrag.
Bij de mens gaat een groep vrouwen die al langere tijd dicht bij elkaar leven gelijktijdig menstrueren; hun menstruatiecyclus synchroniseert door de wederzijdse beïnvloeding door feromonen.
2) Temperatuur
Wanneer het 's winters te koud wordt, zal de temperatuur bepaalde diersoorten motiveren een winterslaap te houden.
Door de beperkte activiteit, de voordurend lage lichaamstemperatuur en de vertraagde ademhaling, zal het dier heel weinig energie verbruiken. De vetreserves worden tijdens die slaap verbruikt.
Andere dieren trekken seizoensgebonden naar gunstigere gebieden waar het voedselaanbod groter is, onder meer door de hogere temperatuur op die plekken.
3) Lichtintensiteit en daglengte
Het slaapgedrag van de mens wordt dagelijks beïnvloed door het aanbreken van de dag en het vallen van de avond. Door een grotere lichtintensiteit wordt de productie van het slaaphormoon melatonine door de epifyse geremd. Gedrag dat de 24 uur durende cyclus van dag en nacht volgt, noemen we circadisch gedrag.
De toename van de daglengte in de lente beïnvloed de testosteronproductie van zangvogels. Daardoor zullen mannelijke vogels meer zingen bij het lengen van de dagen en daarmee in één keer wijfjes aantrekken om te paren. Deze uitwendige factor motiveert baltsgedrag bij het zien en horen van wijfjes (prikkel).
Lees onderstaand artikel en beantwoord de vraag in je werkbundel op pagina 8.